Een mega bloementuin

IMG_2913

Wat als je het moeilijk vindt om je grenzen te bewaken? Wat als iedere zucht van de mensen om je heen als een bom binnenkomt? Wat als je je constant moe voelt door al die indrukken? Dan is de kans groot dat je een muur om je heen bouwt ter bescherming, om zo de overdosis aan input te beheersen. Je trekt je terug in je schulp. Maar dat betekent ook dat de wereld minder kan genieten van wat jij haar komt brengen.

Hooggevoelig of sensitief zijn is een kwaliteit. Het betekent dat je antennes goed werken. Ik geloof dat deze kwaliteit toeneemt naarmate je eenheidsbewustzijn groeit. Als je er op een evenwichtige manier mee om weet te gaan dan is het niet meer nodig om je af te sluiten. Er zijn veel manieren/ technieken die je zou kunnen toepassen. Ik wil je in dit verhaal vooral de overweging meegeven dat de basis begint met een passende mindset.

Het bouwen van een muur om je heen, bewust of onbewust, heeft waarschijnlijk als gevolg dat je alles buiten deze muur als je vijand gaat zien. Hoe dikker je verdedigingswerk, hoe groter je ‘vijand’ wordt. Het kan een flinke kasteelmuur zijn met torens en grachten, maar vroeg of laat komt deze ‘vijand’ binnen, of wil jij naar buiten.

Je kunt het energieveld om je heen (aura) ook zien als een bloementuin. Als je een mooie tuin wilt, dan moet je er goed voor zorgen. Jij bepaalt wie er je tuin binnenkomt en wie niet. De postbode mag erin om een brief te bezorgen, maar blijft niet hangen. Je beste vriend(in) komt binnen en doet pas een stapje terug als jij aangeeft dat het genoeg is.

Je familie staat van nature dicht bij je. Maar dat neemt niet weg dat jij mag aangeven of ze welkom zijn. Jij bepaalt hoe je bloementuin eruitziet en wat voor jou wel of niet oké is. Ook zij mogen jouw ruimte respecteren. Dit valt of staat bij jouw vermogen om goed voor je tuin te zorgen en er je verantwoordelijkheid voor te nemen. Hou je van jezelf? Ben je het waard om goed voor jezelf te zorgen? En als iemand zijn/ haar afval bij je dumpt, sta je dat dan toe?

Als jij helder en stralend in je eigen bloementuin staat, dan zal het voor anderen heel gemakkelijk zijn om aan te voelen wat jij wel en niet prettig vindt. Je kunt je tuin zo groot maken als goed voor je voelt. Uiteindelijk zal jouw tuin die van anderen overlappen: een gemeenschappelijke tuin waar organisch grenzen veranderen en waar gezamenlijk voor gezorgd mag worden.

Hoe mooi is dat, om niet meer tegen een vijand te hoeven vechten, maar slechts goed voor jezelf te zorgen? Voor jezelf zorgen betekent voor mij de ruimte nemen om me af te stemmen en te laten voeden door de Bron. Dit is het ene Zelf, oneindig krachtig, waar alle kleine bloementuinen uiteindelijk in oplossen. Heb je zin om te spelen in deze mega gemeenschappelijke tuin? Probeer dan niet de wereld te verbeteren, maar start in je eigen bloementuin.

 Afbeeldingsresultaat voor bloementuin

 

Over loslaten en vertrouwen

De afgelopen twee jaar is een tijd geweest van loslaten, niet weten, vertrouwen en moed. Het was zeker niet een comfortabele tijd. Maar het heeft me krachtiger gemaakt. Ik heb diepe lessen mogen leren. In deze blog neem ik je mee op mijn reis naar binnen.

Bijna tien jaar geleden besloot ik samen met een groep van zo’n twintig mensen, onder leiding van twee spirituele leraren, in Limburg een plek voor genezing te creëren. Omdat een ongenezen genezer niet behulpzaam is, was het tijd voor mijn eigen genezing. Niet van lichamelijke ziektes, maar van mijn overtuigingen dat ik afgescheiden ben van mijn Bron. Ik had een stevige hand nodig die mij wilde leiden uit hardnekkig ingesleten overtuigingen. Hoe werkelijk is een vergankelijke wereld? Wie is er verantwoordelijk voor mijn ervaringen? Ben ik hier slachtoffer van? Is mijn Godsbesef gebaseerd op concepten of op een innerlijk weten? Waar is deze Bron van liefde? Wat is het om Liefde te zijn? En wie is het die dit zich allemaal afvraagd? Deze vragen hebben mij wakker geschud uit een droom van onwetendheid. En nog elke dag scherpen ze mijn gedachten en openen ze mijn hart.

Ik heb 8 jaar lang diepe lessen mogen leren en me dienstbaar mogen maken aan de gemeenschap. Ik heb er geleerd hoe krachtig het is om samen te zijn met één helder doel. Hoe je elkaar hierin kunt versterken en uit kunt stijgen boven jezelf. Maar ik heb ook de valkuilen mogen ervaren. Want als de leidinggevenden je geen ruimte geven tot zelf denken en eigen beslissingen nemen, dan blijf je hangen bij dat wat zij je te bieden hebben. Hoe mooi en zuiver het ook mag zijn, het heeft een plafond waar je vroeg of laat doorheen wenst te breken. Mijn pad is uniek en dat van jou ook. Ook al gaat het over een pad van Eenheid en Non-dualiteit, toch is iedereen gekomen om daar zijn/haar eigen invulling aan te geven. Daar moet ruimte voor zijn, zonder dat je er gehecht aan bent. Het is een delicate balans tussen je eigen identiteit opgeven en tegelijk jezelf te zijn.

Ik vroeg me in die tijd twee dingen af:

  • Wat wil de heilige leiding in mij dat ik doe?
  • Wat is er nodig om zo snel mogelijk te ontwaken?

Nu zie ik in dat deze vragen mij niet meer dienen. De eerste vraag leidde wat mij betreft alleen maar tot spanning tussen “goed” en “kwaad”, terwijl zoiets helemaal niet bestaat. Alles is slechts een keuze die je dichter bij je hart brengt of verder weg. En van die keuze leer je. Weg met dat eindeloze uitzoeken. Het leidt onvermijdelijk naar oordelen. Tijd om de natuurlijke stroom in mij te volgen.

De tweede vraag heeft alles met de eerste vraag te maken, maar is nog meer gericht op het nastreven van een doel. Het kan heel behulpzaam zijn om heldere intenties neer te zetten voor jezelf. Hoe meer je meester wordt over je geest, hoe meer je intenties werkelijkheid worden. Dus waarom dan niet als intentie hebben om te ontwaken???….Omdat dit impliceert dat ik nu nog niet ontwaakt ben! Oeps…en ik krijg het resultaat van mijn overtuigingen dat ik nog niet compleet, volmaakt en heel ben. Dat is niet wat ik wil. Ik leer steeds meer om te rusten in zijn.

Het zaadje van Eenheid is in mij geplant, maar zal zelf moeten ontkiemen. Niet met wilskracht, maar door een zachte kracht van binnenuit. Het zaadje ontkiemt als het goed verzorgd wordt. Ik kan het niet laten groeien. Dat doet het vanzelf. Ik kan slechts zorgen voor een vruchtbare bodem, voor voeding en voor licht. Ik kan ook niet voor een ander vertellen hoe je dat moet doen. Ik kan wel mijn ervaring delen, zoals in deze blog. En daar kan jij dan weer je voeding uit halen.

Twee jaar geleden besloot ik om de gemeenschap te verlaten. Ik zocht naar een reden waarom. Ik vond er velen, maar geen van allen dekten de lading. Nu zie ik dat ik deze redenen zocht om bevestiging te krijgen in mijn keuze. Die leek ik hard nodig te hebben omdat velen met wie ik dit specifieke pad van genezing deelde, inclusief zij die mij leidde, mijn keuze niet ondersteunden. Ik leek er alleen voor te staan. Alle mechanismen van “goed” en “kwaad” werden in mij geactiveerd. En het hielp me helemaal geen snars. Ik vertrok in grote gespletenheid en nam een stap in het onzekere.

Hoe verdrietig het ook was, het was de beste keuze die ik kon maken. Niet omdat die goed of fout was, maar omdat ik mijn innerlijke impuls durfde te volgen en mocht leren of deze keuze mij diende. Ik merk, terwijl ik dit schrijf, dat ik nog steeds de neiging heb om te spreken over een zuivere of onzuivere keuze. Maar dat is slechts een verkapte vorm van diezelfde strijd tussen goed en kwaad. Door “eruit” te stappen leerde ik zien dat de boodschap van Non-dualiteit in een religieus jasje kan worden gestoken en dan toch weer dogmatisch kan worden. Ieder (religieus) denksysteem kan door zijn eigen concepten worden dichtgetimmerd. Dat maakt dat zij die dit denksysteem aanhangen, geloven dat zij de beste weg hebben gevonden. Ook dat is dan heel stiekem weer voeding voor afscheiding geworden.

Na het verlaten van de gemeenschap kwam pas echt het grote leren. Was ik in staat om datgene wat mij werkelijk diende te blijven voortleven? En durfde ik datgene wat mij niet meer diende los te laten? Shit, weer die oncomfortabele plek van het niet-weten. Deze plek in mij leerde ik steeds meer te verwelkomen. Niet omdat ik een masochist ben, maar omdat het simpelweg bij het leven hoort om vaak slechts één stap tegelijk te kunnen zetten zonder te weten waar het naartoe zal leiden. Ik heb de goedheid van het leven leren vertrouwen. Er wordt voor me gezorgd door de essentie van het leven zelf. Alles is deel van mijn reis zonder afstand, terug naar de Bron in mij.

Ik woonde nog geen jaar op mezelf toen de volgde stap in loslaten zich aandiende. Het jasje van mijn vaste baan als wiskundedocent bij de vrijeschool werd te krap. Ik merkte dat ik niet meer mee wilde in de “oude” manier van onderwijs, terwijl dat juist de reden was dat ik bij de vrijeschool ging werken. Hier is ruimte voor hart, hoofd en handen. Hier is ruimte voor het individuele kind en ook voor zijn/haar zielskwaliteiten. En toch werd er van de kinderen verlangd dat ze uur na uur, vak na vak vol moesten houden om te presteren. Afstevenen op een fel begeerd gezamenlijk einddoel dat met een papiertje wordt beloond. Dit papiertje zegt weinig over het kind zelf, maar is toch nog altijd het meest gevraagde document bij bijna elke sollicitatie. Mijn ideeën hierover heb ik omschreven in een blog van twee jaar geleden.

Het was me helder dat ik ook qua werk een nieuw pad mocht kiezen. Mijn inzichten waren duidelijk. Maar ik had inmiddels ook geleerd dat ik geen goede reden hoefde te hebben om los te laten. Mijn innerlijke impuls was genoeg. Mijn moeite met deze beslissing zat hem vooral in mijn verantwoordelijkheidsgevoel naar de kinderen en naar het nog kleine team van de pas gestarte school. Mijn verstand zei dat ik op z’n minst het jaar moest afmaken. Maar mijn innerlijke stroom liet mij weten dat het tijd was. Met opgeheven hoofd, wankele benen en een dankbaar hart heb ik toen mijn baan op de Vrijeschool losgelaten. Mijn toenmalige mentorkinderen laten me nog altijd weten dat ze me missen. Dat doet me goed en geeft me tegelijk een gevoel van onmacht. Het vraagt om een nog dieper vertrouwen in mij dat als ik mijn hart volg, ik uiteindelijk voor iedereen het meest behulpzaam zal zijn.

Na een aantal weken van herstel pakte ik de draad weer op. Mijn werk als zelfstandig ondernemer had op een laag pitje gestaan omdat het werk op de vrijeschool veel van mijn energie en aandacht vroeg. Nu was er alle ruimte om dit een nieuwe impuls te geven. De vraag was of ik hier voldoende inkomsten uit zou kunnen genereren. En zou het binnen het onderwijs zijn, of meer in het begeleiden en trainen van groepen in hun persoonlijke ontwikkeling? Oh ja, één stap tegelijk, vertrouwen en loslaten…

Die stap werd een 200-uur yogaopleiding. Ik gaf al regelmatig yoga en genoot van het prachtige samenspel van fysiek bezig zijn en de spirituele voeding. Het is echter geen werk waar je van kunt verwachten snel rijk te worden. Maar geld was niet mijn drijfveer. Het voelde goed en dat was genoeg.

Inmiddels geef ik yoga op diverse locaties, begeleid ik kinderen individueel met school, werk ik als therapeut en geef ik mijn eigen trainingen voor persoonlijke ontwikkeling en spiritualiteit. Het is mijn verlangen om mensen te helpen groeien in bewustzijn. Ik geloof dat als je bewuster bent van jezelf en van het leven, dan ben je van nature meer in contact met geluk en vertrouwen. Het maakt ook dat ik liefdevoller met mezelf en anderen omga. Ik leef dit inzicht en raak daarmee anderen. En nu mag ik er ook mijn geld mee verdienen.

Als dingen soepel lijken te gaan en er een gevoel van zekerheid lijkt te ontstaan, kun je er donder op zeggen dat zich de volgende les in overgave zich mag gaan aandienen. Ik had mijn spirituele familie losgelaten, mijn werk,…wat nog meer? Oh ja, mijn huis! Niet dat ik daar op zat te wachten, maar het diende zich wel aan. “Ja, nu is het genoeg met loslaten! Dit wordt me te gek. Ik heb niet eens een alternatief adres om naartoe te verhuizen.” Zo zeiden de stemmen in mijn hoofd. Toch was de innerlijke impuls sterker.

Dit maakte dat ik een half jaar in een tentje heb geleefd. Ahoe! Wat was het fijn om met zo weinig spullen te leven en verbonden te zijn met de natuur. Als er nachtvorst was of het goot pijpenstelen, dan kon ik met gebalde vuisten naar de hemel zwaaien. “Doe er iets aan! Zo kan het niet langer! Wat is mijn volgende stap?!” Soms kwam dan de neiging om hard te zoeken naar een andere woonruimte. Maar telkens weer voelde ik dat dit niet mijn weg was. Een oplossing werd me als het ware in de schoot geworpen. Ik mocht op een gemeubileerd huisje passen in de prachtige plaats Mheer. En enkele maanden erna mocht ik doorverhuizen naar een prachtig appartement in een groen stukje België. Ik word nog steeds diep geraakt als ik dit schrijf. Wat een overvloed!

Vanuit mijn nieuwe woonplek zal ik mij verder gaan oriënteren. Ik zie het voor me om binnen enkele jaren een gemeenschap te vormen waarin dienstbaarheid, persoonlijke groei, natuur en zelfvoorzienend zijn, de pijlers vormen. Maar, nu eerst één stap te gelijk in het grote niet-weten.

Al deze rijkdom ervaar ik niet als mijn persoonlijke prestatie. Het is alsof het me gegeven wordt door de overvloed van het leven. Maar het was aan mij om me ervoor te openen door te durven loslaten, mijn innerlijke leiding te leren volgen en te ontspannen in het grote niet-weten. De vraag komt in mij naar boven wat mijn innerlijke drijfveren zijn om dit artikel te delen. Wil ik mezelf als held van de droom profileren? Ben ik op zoek naar rechtvaardiging voor het pad dat ik ga? Misschien ook… En als dat zo is, dan mag ik deze drijfveren in zachtheid leren loslaten. De bloem in mij zal groeien in zijn eigen tijd.

Belangrijker is dat ik heb geleerd om radicale stappen in mijn leven te zetten en dat ik hierdoor sterker ben geworden en me meer levend voel dan ooit tevoren. Het is ok om toe te geven aan het niet weten. Het is ok om aardse zekerheden los te laten als je je daartoe geleid voelt. Het is ok om van gedachte te veranderen. Het is ok om blindelings te vertrouwen op de stroom van het leven vanuit je hart. Het is ok om je oncomfortabel te voelen als je kleine zelf wordt geconfronteerd door het Ene Zelf. En het is zeer ok om van jezelf te houden.

balans op paal 1

Psychologisch testje

Het psychologisch testje hieronder, van Oliver Emberton, kan op fascinerende wijze in 5 minuten intieme details van je persoonlijkheid en je verlangens onthullen. Ik vond hem in het nieuwetijdskind magazine.

Waarschuwing: zodra je leert wat elk element binnen deze test representeert is er geen weg terug. Geleerd is geleerd. Dit is dus een test die je eenmalig doet. Scroll niet verder naar beneden dan nodig is en doe hem met alle aandacht.

Zit je er klaar voor? Hier gaan we…. 

1 – Stel je in gedachten een grote woestijn voor, met in het midden van deze “zee van zand” een kubus. De eerste opdracht is om deze kubus te beschrijven. Probeer elk detail te beschrijven, zoals het uiterlijk, de maat, het materiaal en hoe hij in de woestijn is geplaatst.

Er zijn geen goede of foute antwoorden, deze ervaring is heel persoonlijk.  Haast je niet, probeer zoveel mogelijk dingen in detail te beschrijven. Hoe meer, hoe beter!

2 – Stel je hierna een ladder voor. Waar staat deze ladder in relatie tot de woestijn en jouw persoonlijke kubus? Beschrijf ook nu weer zoveel mogelijk details. Hoe ziet de ladder er uit? Is hij groot of juist klein? Welke kleur heeft hij?

3 – Visualiseer nu een paard in de woestijn. Beschrijf ook dit paard weer, waar staat het paard en wat doet het? Is het in beweging of staat het stil en gaat het ergens heen? Hoe voelt het paard aan en welke energie straalt het paard uit?

4 – Nu verschijnen er bloemen in jouw woestijn. Beschrijf ook deze bloemen, hun kleur(en), hoeveelheid, geur etc. Waar bevinden deze bloemen zich in de woestijn in relatie tot de kubus, ladder, paard en het zand?

5 – Visualiseer tot slot een storm die zich ontwikkelt in jouw woestijn. Wat is het effect van deze storm op de bloemen, het paard, de ladder, kubus en/of het zand? Wat voor soort storm is dit en hoe voelt hij aan? Gaat hij een bepaalde kant op? Is hij dichtbij of juist ver weg?

Afbeeldingsresultaat voor stenen stapel

Hieronder volgt de uitleg. Lees pas verder als je de test helemaal af hebt.

Waar staat elk symbool voor?

De kubus representeert jouzelf. De grootte van de kubus staat voor de grootte van het ego. De plaats waar de kubus staat laat zien hoe goed je geaard bent. Tot slot laat het materiaal zien hoe open jij bent. Volgens Emberton: ‘De truc hier achter is, wanneer gevraagd wordt een blanco, abstracte eenheid te beschrijven (de kubus), je fantasie zal proberen de eigen identiteit erin te projecteren’.

De ladder representeert jouw vrienden. Waren jouw vrienden dichtbij de kubus of juist ver weg? Leunden ze tegen de kubus of zaten ze er wellicht in? De plaats waar de ladder verscheen in de woestijn laat zien hoe het zit met de aard van de vriendschappen met mensen in jouw directe omgeving.

Het paard representeert jouw ideale partner. Emberton: ‘Het type paard onthult wat jij zoekt in een partner. Sommige mensen zien een betrouwbaar bruin werkpaard, anderen een sprankelende pegasus of eenhoorn. Maak ervan wat jij wilt. Besnuffelt het paard jouw kubus liefdevol of neemt hij juist een hap eruit? Staat het paard dichtbij jouw kubus of loopt hij ervan weg? Dit kan staan voor een huidige partner, of een partner die jij wilt.

De bloem representeert kinderen. De hoeveelheid bloemen laat zien hoeveel kinderen jij wilt toelaten in je leven (van jezelf en van anderen) De kleur en het uiterlijk geven aan hoe jij hun toekomst of gezondheid ziet. De plaats binnen jouw woestijn weerspiegelt de relatie die jij met ze hebt.

Tot slot representeert de storm bedreiging. Emberton gaat verder:  ‘Dit laat de huidige staat van de persoon zien en hoe zij tegenover risico in hun leven staan.  Sommigen zien een storm die ver weg is, aan de rand van de horizon, die langzaam uit het zicht verdwijnt. Anderen zien zichzelf wellicht in het midden van een daverende apocalyps met hagelstenen ter grootte van tennisballen die hun kwetsbare kubus en paard bombarderen. De kans is dat deze mensen een trauma in hun leven ervaren.’

Vond je hem leuk? Deel hem dan met zoveel mensen als je wilt.

verbonden met iedereen

Een wereld zonder regels

Beter niet doen bordIs het een puberdroom om te kunnen leven in een wereld zonder regels? Komt het alleen maar voort uit een verlangen om lekker te kunnen doen waar je zin in hebt – de zogenaamde schijt-aan-de-wereld-gedachtes? Of is het onze onvermijdelijke toekomst, om zachtjes onze harde regels om te buigen tot liefdevolle richtlijnen?

“Regels zijn nodig om een leefbare samenleving te creëren. Ze scheppen orde in de chaos en geven veilige kaders om in te leven. Regels stellen grenzen aan al die gekken in de wereld die ons betrekkelijk veilige leven onveilig maken. Je kunt gekken toch niet zo maar hun gang laten gaan? Het is maar goed dat er voor terroristen en moordenaars, voor drugsdealers en afpersers, voor pooiers en voor pedofielen een gevangenis is, waar we ze veilig in kunnen opsluiten”.

Deze gedachtes schetsen een algemeen wereldbeeld. Zo denkt ‘men’ in grote lijnen. We lijken het met elkaar eens te zijn. Het is misschien niet ideaal, maar ja, een andere oplossing is er niet…Toch???

In Afrika leven verschillende stammen die daar anders over denken. Zij gaan ervan uit dat ieder stamlid uit zichzelf bij de stam wil horen en voor de ander wil zorgen. Als één stamlid een daad begaat die tegen deze basisprincipes ingaat, zoals moord, verkrachting of diefstal, dan wordt dit lid in het midden van de gemeenschap gebracht. De hele stam schaart zich voor vele uren om dit lid heen om hem/ haar te helpen herinneren aan de oorspronkelijke staat van zijn waarin liefde en gemeenschapszin de basis vormen.

Hoe mooi is dat, die zorg en warmte, als iemand van zijn padje gaat? Als ik iets tegen de afspraken in doe, dan is dat al pijnlijk genoeg. Wie ben ik, en wie ben jij om als rechter op te treden en dit te bestraffen? Is compassie en zorg voor deze persoon niet een veel passender antwoord? Wie denk je die eerder zijn criminele gedrag weer oppakt: iemand die genadeloos in de gevangenis werd gezet, of iemand die met zorg en aandacht hulp werd geboden?

Regels stellen veilige grenzen. Maar wat als iemand ze overtreedt? En wat als we het niet eens kunnen worden over de regels? Ik heb een droom waarin ik zie dat de regels van de wereld zijn omgebogen tot liefdevolle richtlijnen waaraan we elkaar mogen houden. Hoeveel richtlijnen hebben we nodig? Misschien maar één: Behandel anderen zoals jezelf behandeld wilt worden. Daarin heb je alles wel samengevat. Tenminste als je ervan uit gaat dat iedereen in principe lid wil zijn van de ene Stam…

Verkeersregels worden verkeersrichtlijnen. Verbodsborden worden beter-niet-doen-borden. Schoolregels worden handleidingen en leerlingen die steeds te laat komen…? Die worden in het midden van de stam gezet.

Wie begint dit te leven? Wie durft zich over de angst heen te zetten om misbruikt te worden? Wie wil geloven dat ieder stamlid een gezonde basis heeft? Wie is bereid zich als eerste te voegen naar het beeld dat regels overbodig zijn en richtlijnen voldoende? Wie is bereid om zelfs de basismoraliteit die we met elkaar hebben opgebouwd, in twijfel te trekken en voorbij onze regels te kijken over goed en kwaad?

Het begint in het klein, door bijvoorbeeld te kiezen voor een geweldloze vorm van communicatie. Het begint met het opvoeden van onze kinderen zonder straffen en belonen, want ook dan leggen we onze wil op. Het begint met een gebaar van vergeving van iemand die zijn/ haar basisprincipes vergeten is.

Mijn hart barst van verlangen om dit elke dag, meer en meer, vorm te geven. Niet dat ik dan voor alle problemen een oplossing heb, maar ik heb wel het vertrouwen dat de Liefde in mij me in iedere situatie de weg zal wijzen.

kring van mensen

Galadriël

3587660-galadriel-the-hobbit

In een prachtig bos waar de bladeren altijd groen waren en de bloemen het hele jaar door bloeiden, woonde een elfenvolk. Het was een afgelegen gebied waar weinig mensen kwamen. En de mensen die er kwamen, zagen de elfen meestal niet. Simpelweg omdat ze er niet in geloofden of te druk waren met denken aan andere dingen.

Galadriël was aan het spelen in huis. Ze woonde in een schitterend boomhuis, waar haar familie al vele generaties lang had gewoond. Het huis was gemaakt van alles wat het bos hen te bieden had en werd verstevigd door elfenkracht. Als je je goed concentreerde, zag je dat er een lichte gloed vanaf straalde. Galadriël liep de trappen op naar haar kamer. Het was de hoogste plek in huis en dat was heel bijzonder. Vanaf haar kamer keek ze uit over de boomtoppen van het bos. Als je goed keek kon je de rand van het woud zien, waar de natuur geleidelijk overging in een heuvelachtig graslandschap met kabbelende beekjes met kristalhelder water. Ze hield ervan om uit haar raam te klimmen en op het dak van het huis te staan. Dan spreidde ze haar armen en snoof de heerlijk zoete geur van het bos en de aarde in. Wat hield ze veel van de bomen en de planten.

“Galadriël!”, riep haar moeder hard vanuit het raam. “Kom nu naar binnen. Hoe vaak moet ik je nog zeggen dat ik niet wil dat je op het dak staat.” Beduusd en een beetje geschrokken kroop de prachtige elfendochter door het raam naar binnen. Ze ging op bed liggen en mijmerde wat voor zich uit. “Waarom reageerde haar moeder zo overdreven als ze op het dak stond? Elfen kunnen toch zeker vliegen?” Ze viel in slaap en droomde opnieuw dat ze op het dak stond. De kleuren, geuren en geluiden waren zo echt dat ze het verschil tussen wakker zijn en dromen niet kon onderscheiden. Het avondrood van de lucht, de vogelconcerten, die rijke geur, ze kon er geen genoeg van krijgen. “Galadriël!” Opnieuw riep haar moeder haar naar binnen. “Mama, het is goed. Er zal me niks gebeuren”, sprak ze in de zachte elfentaal. Toen werd ze wakker. Het was al ochtend. Ze rilde van de kou. Ze had de hele nacht met haar kleren aan op bed gelegen. “Hoe had de tijd zo snel kunnen gaan?”

“Galadriël, lieverd, kom je eten? Het is al laat en vandaag is een belangrijke dag”, riep haar moeder van beneden. Ze ging de wenteltrap af naar beneden en schoof aan de lange, eikenhouten tafel. Deze bijzondere tafel had haar altijd verbaasd. Alles in de elfenwereld was licht en zwierig. Dat kon ze niet van deze tafel zeggen. “Het is nog een wonder dat die niet door de vloer naar beneden stortte”, peinsde ze. Ze had het eigenaardige gevoel dat haar familie altijd al een beetje anders was. “Heb je lekker geslapen?”, vroeg moeder. De prachtige vrouw met haar goud glanzende haren keek haar zacht en liefdevol aan. Het voorval van gisteravond was al lang vergeten. Galadriël begon te vertellen over haar droom en wat ze in haar droom tegen haar moeder zei. “Het wordt tijd dat ik je meer vertel over wat er met Moeder is gebeurd”, sprak haar mama. De elfen noemde de moeders van de moeders, tot in alle generaties: “Moeder”. “Moeder stond lang, lang geleden net als jij op het dak, en toen scheerde er een grote adelaar over en die nam haar mee. Sindsdien hebben we niets meer van haar vernomen. Maar jouw droom heeft mij helpen inzien dat ik de angst om jou, mijn lieve dochter, op deze manier kwijt te raken, ongegrond is. Je bent vrij om daar te staan zo vaak je wilt.” Galadriël wist niet wat ze hoorde. Haar hart bonsde en ze had een rode blos op haar wangen. Ze besefte nu pas hoe belangrijk dat voor haar was geweest.

“Kom”, sprak haar moeder. “Ik ga je haar mooi maken en je deze nieuwe jurk aantrekken.” Ze pakte een schitterende jurk uit de kast. Hij was gemaakt van elfendraad. Hier moesten tientallen elfen dagen aan hebben gewerkt. “Vandaag is het elfenkoninginnedag en je mag de koningin een hand geven.” “Oh ja, dat is waar ook!” Galadriël kreeg het er nog steeds een beetje benauwd van als ze eraan dacht. Ze had eigenlijk liever haar oude spijkerbroek aan, maar ze begreep dat ze daarmee niet voor de dag kon komen om de koningin te ontmoeten.

In de middag was het zo ver. Alle elfen uit het bos kwamen samen rond een elfenvuur. Het vuur gaf een lichtblauwe gloed en was heerlijk warm. De vlammen dansten en de jonge elfen speelden ermee. Je kon je er niet aan verbranden. En toen, als uit het niets, stond daar hun koningin. Wat was ze mooi! Haar ogen straalden zo veel liefde en wijsheid uit! Haar fonkelende gewaad wapperde in de wind. “Lief kind”, sprak de koningin. Zo begon ze altijd haar toespraken. Iedereen voelde zich dan aangesproken. “Ik ben vandaag 973 jaar oud geworden en ben dankbaar je te mogen begeleiden op je reis.” Galadriël vroeg zich af welke reis de koningin bedoelde. “Op mijn verjaardag wil ik je een cadeau geven.” De koningin opende een gouden trommeltje met schroefdeksel en pakte er met duim en wijsvinger wat poeder uit. “Ga dicht bij elkaar staan, rond het vuur”, sprak ze verder. Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan, dacht Galadriël, toen meer dan 500 elfen zich allemaal rond het vuur moesten verzamelen. Alle vleugels werden in elkaar gehaakt. Het gaf haar een warm en veilig gevoel. Toen strooide de koningin het poeder uit over het volk en een gloed van geluk vervulde het hele elfenvolk. Alle zorgen en verdriet waren weg. Alleen puur geluk vervulde het in elkaar gehaakte bolletje elfen. “Zoals je je nu voelt, lief kind”, ging deze indrukwekkende vrouw verder, “zo hoor je je altijd te voelen. Dat is je natuurlijke staat van Zijn. Als dat niet zo is, dan is er iets mis. Ik wil je vragen om naar huis te gaan en na te denken hoe je kunt terugkeren naar dit geluk als zorgen en verdriet mochten binnensluipen. En denk eraan”, eindigde de koningin, “dit poeder hielp je slechts herinneren wat altijd al het jouwe was. Deze kracht vind je in jezelf.” Ze vloog op de binnenste kring rond het vuur af en gaf Galadriël en alle anderen die daar stonden een hand.

maxresdefault

Zo ging het volk uiteen om na te denken over wat de koningin gezegd had. Galadriël vloog, half dronken van de persoonlijke ontmoeting met de koningin, naar huis. Ze ging onmiddellijk de wenteltrap omhoog naar haar kamer, deed haar raam open en klom het dak op. Het weidse gezicht over het woud en de frisse lucht deden haar goed. Ze haalde diep adem. “Wat een intense dag! Zou het werkelijk mogelijk zijn om altijd gelukkig te zijn? Hoe zou dat kunnen wanneer er erge dingen gebeurden zoals de verdwijning van Moeder? Daar kon niemand zich toch gelukkig bij voelen? Ze had het nog maar nauwelijks gedacht of een grote adelaar dook met luid gesuis vanuit de lucht naar beneden en greep Galadriël bij haar kraag. Ze kreeg amper lucht en werd zo door elkaar geschud dat ze niet meer wist wat boven of beneden was. “Wat gebeurde er? Waar was ze? Waarom was het opeens zo verschrikkelijk koud geworden?” Toen zag ze dat ze hoog in de lucht vloog. “Zo hoog had ze zelf nog nooit gevlogen. Oh nee, de adelaar! Wat kon ze beginnen?”

Na een korte tijd, het leken slechts enkele seconden, liet de adelaar haar plotseling los. “Help!” Maar meteen voelde ze een zachte ondergrond van veren en takken. Ze was in het nest van de adelaar beland. Ze had altijd gedacht dat het dak van haar boomhuis het hoogste punt van de wereld was. Maar nu bevond ze zich op een besneeuwde bergtop die honderden malen hoger moest zijn. De wind waaide guur over het nest. Binnenin het nest was het stil. De adelaar sloot een vleugel om Galadriël heen als bescherming tegen de kou. Met een heldere stem begon hij te spreken:

“Lief kind,

door iedereen bemind.

Door vuur en door ijs,

ik ondersteun je op je reis.

Voor elf en voor mens,

vertel me je dierbaarste wens.”

“Nou”, begon Galadriël verontwaardigd, “Ik zou willen weten waar Moeder is.” De adelaar kreeg een twinkeling in zijn ogen en sprak verder:

“Ook moeder is met mij heen gegaan.

Ik zag haar zomer en winter staan

op het dak in het elfenbos,

zacht als een kuiken,

slim als een vos.

In dit nest is zij geïnitieerd

opdat zij het volk goed regeert.

Ook ik ben slechts een pion in het spel

en volg een hoger bevel

om de Bron van dienst te zijn,

waarin alles Eén is,

groot en klein.”

“Dus…”, begon Galadriël, “Moeder is de koningin?” Dit keer boog de adelaar diep, als bevestiging op haar vraag. Galadriël was geschokt. Moeder was zo dichtbij en niemand had het geweten. De adelaar ging verder:

“Op deze bijzondere dag is het mijn taak om jou in te wijden

en het pad van het egoïsme te mijden.

Alleen dan zal ook jij een goede koningin zijn,

zuiver en rein”

Nu begon het Galadriël echt te duizelen. Sprak de adelaar over haar koningschap? Maar alles begon op haar plek te vallen. De droom die ze had gehad over hoe ze haar moeder had verteld dat ze veilig was op het dak. De verjaardag van de koningin. De hand die ze van haar had gekregen. En tenslotte de opdracht die het volk had meegekregen. Alles leek zo mooi als een puzzel in elkaar te passen. Het was allemaal een voorbereiding geweest op een nieuwe fase in het koningschap. Alsof de adelaar wist wat Galadriël dacht, eindigde hij:

“Wees maar niet bang.

De wissel van het koningschap duurt nog lang.

Er is nog veel tijd

waarin ik jou voorbereid.

Ik zal je onderwijzen.

Niemand mag het weten.

Het volk zal je prijzen.

Je grootsheid is niet te meten”

En met die woorden zette de adelaar Galadriël op haar rug. Met een grote sprong doken ze de diepte in en na een duizelingwekkende vlucht zat ze weer op het dak van haar eigen huis. “Had ze dit nou allemaal gedroomd? Nee, daar was het té echt voor geweest. Ook een veer uit het nest, die was blijven plakken aan haar elfenjurk, was het stille bewijs dat wat er zojuist gebeurd was niet slechts een betekenisloze droom was geweest. “Wanneer zou haar volgende ontmoeting met de adelaar zijn? Zou iemand het gemerkt hebben?” Ze besloot er niet meer over na te denken. Het zal vanzelf wel duidelijk worden. En wat betreft de vraag die de koningin (Moeder!) het volk vanmorgen stelde: Daar had ze al wel een antwoord op. Ze zou haar leven wijden aan het helpen van alle wezens. Iedere dag. Dat zou haar helpen om de hele dag door gelukkig te zijn en angst en verdriet voorgoed achter zich te laten.

“Galadriël!”, riep haar moeder onder aan de wenteltrap. “Eten!” “Ja mam, ik kom eraan.”

thumb-1920-516991