Wat kan ik voor je doen?

Weerzin-naar-school-1

Heeft u kinderen, of kent u kinderen die aan het eind van de vakantie zeggen: “Jééh, morgen begint school weer!” Volgens mij gebeurt dat bij hoge uitzondering, nietwaar? Dat vat meteen dit artikel samen: Het onderwijs is toe aan een structurele verandering, net zo lang totdat de overgrote meerderheid van de leerlingen na de vakantie staat te trappelen om weer naar school te gaan.

Het instituut onderwijs heeft lang genoeg bepaald wat een leerling moet of niet moet. Het wordt tijd om de leerlingen persoonlijk te vragen wat en hoe ze willen leren met onze hulp. Kinderen komen in deze tijd met heel bijzondere kwaliteiten op aarde. Velen van hen hebben geen voorbeeld van iemand die hen is voorgegaan. Het zijn dappere pioniers die met veel respect en geduld begeleid dienen te worden. Zij zijn hier om iets nieuws te brengen, niet om de huidige maatschappij voort te zetten. En dat is maar goed ook, als we kijken wat voor een potje we er nu wereldwijd van maken. 

“Ja maar we kunnen toch trots zijn op de technologische ontwikkelingen?” Ten koste van wat? Vereenzaming? Gezondheidsklachten? Complete afhankelijkheid van Big Brother die alle touwtjes in handen heeft?

“Meer leerlingen halen een hbo- of universitair diploma”. Dat klopt. Komt dat doordat de leerlingen meer hebben geleerd of komt dat doordat de lat van veel opleidingen steeds lager komt te liggen? Volgens mij, in veel gevallen, door het laatste. In de jaren dat ik nu lesgeef zie ik steeds meer onderwerpen uit het wiskundeprogramma verdwijnen. Waar bijvoorbeeld vijf jaar geleden kans rekenen en Pythagoras nog vrolijk in de boeken stonden, is nu een lege plek ontstaan of is er hooguit een vrije keuze voor deze onderwerpen te vinden. En nu heb ik het alleen over rekenen op het mbo. 

Moeten we dan de duimschroeven weer aanzetten en de leerlingen er flink van langs geven met (nog) meer stompzinnige feitjes waarvan het verband met het dagelijks leven vaak ver te zoeken is? Nee, dank je!!! Ik zou graag zien dat we op zielsniveau gaan begeleiden. Begeleiding vanuit gelijkwaardigheid en met oprechte betrokkenheid van leerling en leerkracht, over en weer. Daarbij horen vragen zoals: Wat schuilt er achter een persoon, onder de oppervlakte? Welke diepe verlangens draagt iemand bij zich? Waarom kruisen juist deze leerling en leraar elkaars pad?

Zijn dit allemaal mooie woorden die onmogelijk concreet gemaakt kunnen worden in de praktijk? Een betere vraag vind ik: Zouden bovenstaande idealen niet vanzelfsprekend en natuurlijk worden zodra een kind van jongs af aan ervaart dat school een fijne, veilige plek is waar je zelf kunt aangeven wat je wilt leren? Kan een kind dat dan zelf? Jazeker. Sterker nog, iedere leerling moet het zelf bepalen. Zodra er voor je gekozen wordt, geef je je kracht en uniek-zijn uit handen. Ieder mens wil van nature gelukkig zijn en zal zijn eigen innerlijke wijsheid volgen om dit na te streven, tenzij je je macht uit handen geeft en anderen voor je laat bepalen wat je wel en niet moet doen. En dat begint voor de meesten al als baby…

“Wat kan ik voor je doen?” Ik vind dat dat de basisvraag zou moeten zijn die we iedere leerling op iedere school zouden moeten stellen. Dat betekent duizend leerlingen met duizend verschillende opleidingstrajecten. Is dat mogelijk? Zeker!

Het huidige onderwijssysteem is gericht op het beheersen van een vooraf bepaald curriculum waaraan alle leerlingen met hetzelfde onderwijsniveau moeten voldoen. Er wordt van tienduizenden leerlingen verwacht dat ze allemaal hetzelfde moeten beheersen. Goed, je mag een profiel kiezen, maar nog steeds word je als leerling behandeld als een eenheidsworst.

Ik geef onder andere les op een democratische school en een vrije school. Mijn ervaring is dat deze leerlingen veel ruimte krijgen om op hun eigen unieke wijze te werken met de aangeboden leerstof. Deze leerlingen zijn vaak heel creatief en hebben een sterk ontwikkelde persoonlijkheid. Fantastisch! Maar vervolgens moeten ze toch nog het landelijke examen doen. Dat vind ik zó jammer…

Ik heb een visie waarin leerlingen zich niet voorbereiden op een examen, maar op een bepaald beroep. Hierbij wordt de middelbare school en het beroepsonderwijs samengebracht. Zodra een leerling weet welk beroep of welke beroepsgroep hij/zij wil kiezen, wordt het definitieve leerplan opgesteld. Het examen behelst een jaar stage bij een bedrijf/organisatie waarin de leerling zijn gekozen beroep kan toepassen. De stagebegeleider en de werkgever bepalen of de stagiair voldoende heeft gefunctioneerd en schrijven hier dan een uitgebreid rapport over. Dit rapport is dan je diploma. Laat die cijferlijst maar lekker weg! Zo blijft ieder uniek.

Werkgevers krijgen hiermee een goed beeld van wie ze in huis halen bij een sollicitatie. Want een stagerapport zegt veel meer dan een diploma waarop vooral cijfers staan. Ook de leerling weet precies waar die aan gaat beginnen. En als hij/zij verder wil leren of een ander beroep wil kiezen dan kun je lekker weer naar school. 🙂 

Natuurlijk vraagt dit om een heleboel individuele aandacht. Die kunnen de docenten niet alleen geven. Ouders, ambulante begeleiders en onderwijsassistenten zouden hierin een belangrijke rol kunnen spelen. Hier valt nog veel over te zeggen en te puzzelen voordat deze visie praktijk kan worden. Maar we moeten ergens starten…

Op deze manier zijn we eindelijk af van de pijnlijke situatie waarin een leerling compleet passieloos school afmaakt om maar een papiertje op zak te hebben. Dat is iets waar we volgens mij zo snel mogelijk van af moeten. “Hoe kan ik je helpen?” Dat gaan we vanaf nu als begeleiders aan de leerlingen vragen… om gelukkig en vol passie te leren en te groeien tot een uniek, out-of-the-box-cadeautje voor de wereld.

 
jumeirah-beach-hotel-team-building-hero